okt 15 2010
Woudtse boter.
Tijdens mijn tochten langs handelaren in oude bouwmaterialen kwamen we ook langs Jan Holtkamp van Gaech Antiek in Schipluiden. Samen met hem kwam ik weer bij Ron en Thea in Leiden terecht. Zij hebben midden in de stad het pelgrimsmuseum en een antiekwinkel. Zij hadden voor mij een heleboel delftsblauwe tegels waardoor ik de schouw kon vullen.
Jan kwam voor mij met een deel van een boekje uit de 17de eeuw waarin ’t Woudt beschreven stond. Op de tekening staat de kerk maar ook onze boerderij. Met daaronder de volgende tekst:
” Het Wout (inderdaad met alleen een t op het eind), dat menig voorrecht heeft, Verkreeg ook van Natuur de Schoonste en vetfte velden, Waardoor ’t zyn’ naam met lof hoort melden, Daar ’t keur van lekkre boter geeft.”In het stuk wordt onder het kopje voorrechten ook geschreven over Aêm van der Burgh waarvan we weten dat hij op de Hofwoning gewoond heeft.
“De Woudenaars bezitten het eerfte deezer voorrechten, naamlijk de vrije beroeping van den Predikant, ter oorzake van het boven, aangeroerde geval van Aêm van den Burgh, met zijne zwaalf zoonen: welk wij op deeze wijze verhaald vinden: “Deeze, een welgefteld bouman, Aêm van den Burg genaamd, in ’t Woud woonachtig, reed met twaalf zoonen, ieder wèl uitgedost, te paard, éénen der Graven van Holland te gemoet, en bood hem zijne zoonen an: hierop vroeg hem de Graaf, wat voor recht hij begeerde voor zijn Dorp? De oude Aêm gaf ten antwoord: Geen, dan dat wij onzen eigen Pastoor vrij mogen verkiezen: dit werd hem toegeftaan, en, uit krachte van dit voorrecht, wordt thans de Predikant in ’t Woud nog beroepen door alle de Mansledemaaten, zonder dat er eenige handopening, of goedkeuring noodig is. “Onder het kopje bezigheden staat:
“Zijn op ’t Woud eenig en alleen de landbouw, welke in tusfchen bijzonder voordeelig is: er wordt van de allerbeste boter van geheel Delfland gemaakt, van welke jaarlijks voor verfcheide duizende guldens, niet alleen binnen ‘sLands, maar zelfs naar buiten verzonden wordt; doch andere handwerken of neeringen worden hier niet geoefend, moetende de bewooners van ’t Wout (nu weer met t!) zig, om het geen zij daarvan nodig hebben, naar elders begeeven. “Dus als we op de boerderij straks een streekgebonden product zouden willen verkopen zou dat Woudtse (dt!) boter moeten zijn. Maar ja voorlopig hebben we andere ambities.